Gegalvaniseerd chassis toegestaan

Beste eendenliefhebbers,

Een half jaar geleden ben ik in verzet gekomen tegen de idiote manier van het keuren van gegalvaniseerd eendenchassis.
Het was zo, dat als ik een Duitse eend importeerde met een Franzose-chassis eronder dat wel werd goedgekeurd door de RDW, maar als ik in Nederland zelf dat chassis eronder bouwde keurde de RDW het zelfde chassis af op voor mij nogal dubieuze gronden. Na wat gehannes met de Nederlandse ombudsman en daarna de Europese variant daarop ben ik verder geholpen door Europarlementariër de Heer Manders, die me via medewerker de Heer Swinkels op het juiste spoor heeft gezet. Ere wie ere toekomt.

Tenslotte kwam de klacht in juni bij het SOLVIT-team aan, die er binnen enkele weken in geslaagd zijn deze ridicule toepassing van wettelijke voorschriften te ontzenuwen. Zoals uit de bijgevoegde correspondentie blijkt is het vanaf nu mogelijk om een keuring positief te laten verlopen voor een gegalvaniseerd chassis dat de goedkeuringspapieren heeft uit het (Europese) land van herkomst.

In dit geval heb ik het toegespitst op het chassis dat door Der Franzose uit Vechta (BRD) wordt aangeboden. Maar elk gegalvaniseerd chassis met officiële goedkeuringspapieren van de bevoegde instantie van dat land (TÜV,MOT ed) zal vanaf nu toegestaan worden door de RDW. Het fijne staat in de onderstaande twee brieven.

Eindelijk is er een stomme kronkel uit de regeltoepassing van de RDW gehaald.

Om het onder de aandacht van een breed 2cv publiek te brengen stuur ik u deze mail.
Om te laten zien dat het geen verlate aprilgrap is: het behandelingsnummer van deze case bij solvit was: ‘15982/05/NL’ – de goedkeurende mail kwam vandaag (29 juni 2005) bij mij binnen.

Ergens in de eend-files staat: als je geen goedgekeurd chassis gebruikt wordt je eend hoogstens een bloembak, hiermee bedoelend dat je auto niets meer waard was. Vanaf nu kun je met een gerust hart een gegalvaniseerd chassis met Teilegutachten gebruiken: 11 jaar gegarandeerd geen doorroesten meer is de meerprijs dubbel en dwars waard. (verschil van zo’n 200-300 Euro). (Nee, geen aandelen in welke firma dan ook 🙂 )

Ik wens iedereen veel succes en plezier bij het in stand houden van de eend met een chassis dat niet meer om de haverklap gewisseld hoeft te worden vanwege roestproblemen. In de Engelstalige brief staat hoe je dient te handelen als de keuringsambtenaar nog niet op de hoogte mocht zijn van deze nieuwe regeling.

Met vriendelijke groeten.

Theo Joosten.

http://members.chello.nl/t.joosten/websiteTheo/index.htm

t.joosten@chello.nl


Geachte heer Joosten,

Met genoegen kan ik u mededelen dat de RDW heeft aangegeven dat een goedgekeurd Citroën chassis uit een andere lidstaat ook in Nederland moet worden goedgekeurd, mits vergezeld van ofwel een verklaring van Citroën dat het chassis kwalitatief gelijkwaardig is aan het originele chassis, ofwel een verklaring door de bevoegde keuringsinstantie in de andere lidstaat dat het chassis aldaar is goedgekeurd. Een Teilegutachten moet dus volstaan. Voor de details verwijs ik naar onze oplossingstekst (attachment).

Wij voorzien dus geen problemen bij de nieuwe aanvraag. Mocht u toch nog op weerstand stuiten, laat het ons dan even weten.

———————————–
Ministerie van Economische Zaken
Solvit Centre Nederland
Postbus 20101
2500 EC Den Haag


*SOLVIT – Joosten*

On the basis of the information provided by both the applicant and the responsible authorities (RDW) the Dutch SOLVIT Centre has come to the conclusion that there is no infringement of European law in the case at hand as the applicant withdrew his application for approval before the RDW reached its final decision.

Upon our request the RDW explained their policy regarding the importation of chassis. It can be summarised as follows:

When someone installs a new chassis in their historic Citroën car, the RDW asks for a statement that the chassis is approved by Citroën, in other words, that it meets the same quality standards as an original Citroën chassis. The RDW recognizes, however, that when a persons submits documentation showing that the chassis in question is approved in another Member State, for example a Fahrzeugbrief or Teilegutachten from Germany, the RDW must also approve the chassis.

The RDW takes an active stance in instructing its inspectors in the applicable rules. Not all inspectors, however, are familiar with the plethora of vehicle and vehicle-part approvals in the Member States. In practice, an individual inspector may therefore still have some legitimate doubt as to the significance of an approval document from another Member State. In that case more time may be needed to reach a decision. If a negative decision is given, the RDW provides the possibility of appeal, in which the approval document will be viewed by an expert of the applicable rules.

Conclusion: if the applicant still wishes to have the chassis approved, he will have to file a new application with the RDW. Although a statement from Citroën Netherlands to the effect that the Franzose chassis meets the quality standards of the original Citroën chassis would certainly be helpful in a new application, submitting the German TUV Teilegutachten of the chassis should formally be sufficient proof that the chassis is as good as the original.